Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo weet gij ook, wat Joab, de zoon van Zeruja, [11]mij gedaan heeft, [en] wat hij gedaan heeft aan de twee krijgsoversten van Israel, Abner, den zoon van Ner, en Amasa, den zoon van Jether, dien hij gedood heeft, en heeft [12]krijgsbloed vergoten in vrede; en hij heeft krijgsbloed gedaan [13]aan zijn gordel, die aan zijn lendenen was, en [14]aan zijn schoenen, die aan zijn voeten waren. 11. Te weten, altijd zeer trots tegen mij geweest zijnde, omdat hij den krijgslieden zeer aangenaam was. Zie 2 Sam.3:39, en 2 Sam.3:19. 12. Hebreeuws, heeft bloeden des krijgs gezet; dat is, moorderijen aangericht. Nu heet krijgsbloed dat in den krijg vergoten wordt, maar Joab had bloed vergoten in tijd van vrede. 13. Te weten, stekende zijn bloedig zwaard in de schede nadat hij die twee mannen vermoord had. 14. Op welke van het bloed der doorstekenen gevallen is.